De komst van geaccrediteerde bij- en nascholingen

Hans was tot 1 juli 2018 (hij is nét met pensioen gegaan) verzekeringsarts bij het UWV en heeft
zich 18 jaar lang bezig gehouden met de accreditatie van bij- en nascholingen. Hij heeft veel
veranderingen meegemaakt. Een gesprek met hem geeft een beeld van dit proces.

Het begin.
“In de 90-er jaren nam ik deel aan een commissie die nascholingen organiseerde voor
verzekeringsartsen en bedrijfsartsen in Utrecht. Daar speelde de vraag hoe scholing beoordeeld
kan worden op relevantie en kwaliteit. Voor de toenmalige secretaris van de SGRC (Rolien
Hadders) mogelijk de reden mij in 1999 te benaderen voor een nieuw te vormen
accreditatiecommissie. Die eerste commissie kende weinig regelgeving en veel samenwerking. De
hele groep besprak de eerste aanvragen. We kregen veel papierwerk toegestuurd en de
besprekingen werden door de secretaris persoonlijk uitgewerkt.”

Het ABSG.
“Het ABSG is pas in 2004 van start gegaan en regelde de logistiek van alle sociaal geneeskundige
accreditatiecommissies. In 2007 is het een stichting geworden en kwamen ook de eerste
coördinator, een bestuur en een bedrijfsbureau in beeld. GAIA was van start gegaan, wat de
logistiek aanzienlijk vergemakkelijkte. In die begintijd heb ik als eerste coördinator nog
meegeschreven aan het eerste reglement.”

Verbeteringen.
“De begintijd kenmerkte zich door het pionieren, daarna nam de professionalisering toe. Betere
website, meer ondersteuning en uitbreiding van het reglement met een bezwaarreglement. Via de
website kunnen veranderingen in beleid en werkvormen gedeeld worden. Een
bezwarencommissie durft objectief naar de bezwaren te kijken. Waar bezwaren in de beginjaren
nog in der minne werden geschikt, wordt er nu een duidelijk oordeel uitgesproken. Het
accrediteursoverleg twee keer per jaar is duidelijk een toegevoegde waarde. Collega-accrediteurs
spreken elkaar, vormen een mening en delen casuïstiek.”

Waardering.
Aanbieders betalen voor de accreditatie. Een deel van dat geld vloeit weer terug naar de
beroepsverenigingen. Dankzij de accrediteurs!
“Zeker bij verenigingen waar veel scholingen worden aangeboden, is dat een behoorlijk bedrag.
Binnen mijn eigen beroepsvereniging krijgt de accreditatiecommissie relatief weinig aandacht in
vergelijking met andere commissies die meer in het oog springende werkzaamheden verrichten.
Toch is het werk belangrijk omdat het probeert te borgen dat de scholing van de sociaal
geneeskundigen relevant is en van goede kwaliteit. Het werk vraagt integriteit, zorgvuldig wikken
en wegen en soms is er tijdsdruk. Een afwijzing wordt niet licht gegeven, maar is soms wel nodig.
Wat dat betreft zouden de accrediteurs best vaker in het zonnetje gezet mogen worden door de
beroepsverenigingen.”

Meerwaarde voor een accrediteur.
“Je leert veel als accrediteur, zoals het maken van afwegingen en het onderkennen van
prioriteiten. Het belang van de aanvrager versus het belang van de volger van de scholing. Het is
echt werk en kost tijd. Je wordt geacht echt over dingen na te denken. Het leuke ervan is dat je
allerlei nascholingen voorbij ziet komen. Je kijkt legitiem in de keukens van anderen. Collega’s
moeten het doen omdat ze het interessant en leuk vinden. ”