Reglement Accreditatie van Deskundigheidsbevordering

Het reglement bestaat uit de volgende onderdelen:

  • inleiding
  • definities
  • algemene bepalingen
  • procedure aanvraag accreditatie

 

Inleiding 

Het Reglement Accreditatie van het ABSG is specifiek van toepassing voor de accreditatie-aanvragen van deskundigheid bevorderende activiteiten ten behoeve van de herregistratie van alle sociaalgeneeskundige specialisten/profielartsen binnen het Accreditatie cluster 3.  

(AO-KNMG Grondregels lid 3.1.)

Definities

  • Aanvrager: Onderwijsinstelling; organisator van een deskundigheid bevorderende activiteit.
  • Aanvraagprocedure: procedure en termijnen voor het aanvragen en verkrijgen van accreditatie.
  • ABAN: Accreditatie Bureau Algemene Nascholing. ABAN geaccrediteerde scholingen zijn wel vakspecifiek voor sociaal geneeskundigen.
  • Accreditatie Overleg KNMG (AO): federatiebreed en door de KNMG ondersteund overleg van (vertegenwoordigers van)  bij accreditatie betrokken personen uit alle wetenschappelijke artsenverenigingen.
  • Accreditatie: beoordeling van de kwaliteit en de goedkeuring (erkenning) op basis van voldoende kwaliteit van bij- en nascholing t.b.v. herregistratie, waarbij een positieve beslissing wordt vastgelegd in toegekende accreditatie-uren. Tevens wordt, indien van toepassing, het specialisme en/of het profiel van de primaire doelgroep bepaald.
  • Accreditatiebureau: uitvoeringsorgaan dat volgens het reglement de accreditatie aanvragen behandelt en de accreditatie verstrekt.
  • Accreditatiecommissie: een door iedere individuele wetenschappelijke verenigingen samengestelde commissie, bestaande uit één of meerdere leden, die verantwoordelijk is voor de inhoudelijke beoordeling van accreditatie-aanvragen inzake bij- en nascholing.
  • Accrediteur: een door een wetenschappelijke vereniging benoemd lid van een accreditatiecommissie. De wetenschappelijke vereniging doet deze benoeming op basis van een geformuleerd deskundigheidsprofiel voor de accrediteur.
  • Audit: het beoordelen ter plekke van de door de aanvragende organisatie aangegeven cursus volgens een vaste toetsingsmethode door leden van of door de accreditatiecommissie aangewezen perso(o)n(en).
  • Bezwaarcommissie: Commissie van drie leden uit NVAB, NVVG en KAMG die op afroep beschikbaar is voor het behandelen van een bezwaar tegen het (niet) verlenen van accreditatie. Het ABSG coördineert en administreert de inzet van de bezwaarcommissie.
  • Bijscholing: het verwerven van nieuwe competenties (Canmeds) binnen het eigen vakgebied
  • Buitenlandse bij- of nascholing: zie bijzondere accreditatieaanvragen
  • Competentie: deskundigheid, bekwaamheid, vaardigheid  en bevoegdheid tot handelen
  • Deskundigheidsbevordering: het bevorderen van de kennis en de vakbekwaamheid in het vakgebied van het specialisme/profiel
  • E-learning: zie bijzondere accreditatieaanvragen
  • Instellingsaccreditatie: indien niet de afzonderlijke bij- en nascholing, maar alle bij- en nascholing van één bepaalde onderwijsinstelling wordt geaccrediteerd; hiervoor gelden strikte voorwaarden (zie onder de link: “Instellingsaccreditatie”). Deze geldt voor maximaal 3 jaar.
  • KNMG: federatie van medische beroepsverenigingen
  • Profiel: het specialisme M+G kent de volgende door de KNMG erkende profielen: Jeugdgezondheidszorg, Forensische Geneeskunde, Infectieziektebestrijding, Tuberculosebestrijding, “Beleid, Management en Onderzoek”, Sociaal Medische indicatie en advies, Medische milieukunde en Donorgeneeskunde. Daarnaast wordt de term “arts maatschappij en gezondheid” gebruikt om aan te geven dat een scholing passend is voor alle specialisten /profielartsen binnen de Artsen Maatschappij en Gezondheid. Tevens wordt de term “sociale geneeskunde algemeen/ algemeen medisch” gebruikt; deze scholing is passend voor alle specialisten binnen de Artsen Arbeid en Gezondheid en de artsen Maatschappij +Gezondheid echter niet specifiek in het eigen vakgebied.
  • Nascholing: Het opfrissen van reeds aanwezige competenties (Canmeds) binnen het eigen vakgebied
  • Specialisme: het AO-cluster sociale geneeskunde kent drie erkende specialismen: Maatschappij + Gezondheid; Bedrijfsgeneeskunde en Verzekeringsgeneeskunde
  • Stichting ABSG: Stichting Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde

Algemene bepalingen:

  1. Een aanvraag tot accreditatie moet worden ingediend door diegene die scholing organiseert en aanbiedt.
  2. Accreditatie kan alleen worden aangevraagd voor bij- en nascholingsactiviteiten. Andere deskundigheid bevorderende activiteiten (zoals intercollegiale toetsing, deelname aan commissies, geven van onderwijs, schrijven van artikelen, etc.) zijn niet onderworpen aan het reglement van het ABSG. Deze kunnen via aanwijzing van de wetenschappelijke verenigingen binnen de sociale geneeskunde met herregistratie-uren worden gehonoreerd via de separate reglementen voor de accreditatie van de drie wetenschappelijke verenigingen en vallen niet primair onder het aandachtsgebied van ABSG.
  3. Onder bij- en nascholing wordt verstaan: cursorisch contact-onderwijs. Voorbereidende activiteiten (zoals bestudering van literatuur) of het maken of uitvoeren van opdrachten vallen hier niet onder, evenals activiteiten die het karakter hebben van een opleiding en die niet primair gericht zijn op de beroepsgroep en op deskundigheidsbevordering in het eigen vakgebied van het erkende KNMG-specialisme/profiel.
    Onder voorwaarden kan zogenaamde e-learning wel worden geaccrediteerd. Meer informatie vindt u bij de ABFE.
  4. Aanvragen voor accreditaties die minder dan 6 weken voor de datum van de scholing worden ingediend bij het ABSG, worden niet meer in behandeling genomen en worden dientengevolge afgewezen.
  5. De beoordeling van de aanvraag geschiedt t.a.v. de formele eisen door het Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde (ABSG), ingesteld door de Sociaal Geneeskundige wetenschappelijke verenigingen; en t.a.v. de inhoudelijke eisen door een door de geëigende wetenschappelijke vereniging aangewezen accrediteur of accreditatiecommissie.
  6. Het accreditatiebureau en de accrediteurs dienen deskundig te zijn en zonder last of ruggespraak, onafhankelijk van de belangen van individuen, verenigingen of anderen te oordelen en te beslissen.
  7. De accrediteurs en accreditatiecommissies houden zich bij de inhoudelijke beoordeling van accreditatie aanvragen zoveel mogelijk aan het beleid van  het ABSG en van het federatiebrede Accreditatie Overleg (AO), teneinde uniformiteit en inzichtelijkheid in het accrediteringsproces te bevorderen.
  8. Het accreditatiebureau (ABSG) maakt via haar website een overzicht van aanvragen en toekenningen bekend.
  9. De tarieven voor accreditatie worden door het bestuur van de stichting ABSG vastgesteld.
  10. Door ondertekening van de aanvraag heeft de aanvrager de volgende verplichtingen:
    a.) De aanvrager verplicht zich binnen 6 weken na afloop van de activiteit de resultaten van een evaluatie gereed te hebben en op verzoek aan het ABSG te overleggen. De bewaartermijn van de evaluatie is vastgesteld op 3 jaar.
    b.) De aanvrager verplicht zich tot het kosteloos toelaten van deskundigen vanuit het ABSG die de activiteit auditen.
    c.) De aanvrager neemt de Europese Richtlijn inzake reclame c.q. het reclame besluit in acht (zie www.cgr.nl)
    d.) De aanvrager bericht ingeschreven cursisten over een negatief besluit op de accreditatieaanvraag.
    e.) De aanvrager verplicht zich binnen 6 weken na afloop van de bijeenkomst de presentie in te voeren in GAIA (De aanbieder krijgt een blokkade wanneer hij verzuimt om de presentie toe te voegen. Hij kan geen aanvragen meer indienen tot de presentie is toegevoegd)
    De aanvrager is verplicht een deelnemer die een activiteit gedeeltelijk heeft gevolgd een certificaat te verstrekken en te informeren over de functie van dit certificaat conform de tekst art 14 van de “procedure aanvraag accreditatie”.
    f.) De aanvrager verklaart dat alle sprekers van de nascholing een disclosure-sheet tonen, voordat zij aan de inhoudelijke presentatie beginnen.

Procedure aanvraag accreditatie:

  1. Het accreditatiebureau verzorgt de registratie en administratieve afhandeling van de aanvraag
  2. De aanvraag voor accreditatie wordt via GAIA digitaal aangeleverd. Bij een aanvraag minimaal 3 maanden voor aanvang van de activiteit is een tijdige accreditatie voor aanvang van de activiteit gegarandeerd. Het volledig ingevulde formulier bevat alle informatie om tot een beslissing te komen.
    Binnen zes weken na ontvangst van een volledige aanvraag zal het ABSG de aanvrager via GAIA berichten over het al dan niet toekennen van accreditatie. Indien hier om reden niet aan voldaan kan worden, ontvangt de aanvrager via GAIA bericht.
    Bij een niet toekennen van een accreditatie moet de aanvrager binnen 6 weken een bezwaar indienen volgens de bepalingen in het Reglement Bezwaar.
  3. Bij een onvolledige aanvraag wordt deze door het ABSG teruggestuurd naar de aanvrager met het verzoek om de aanvraag alsnog binnen 2 weken volledig in te dienen. Bij het overschrijden van deze termijn wordt de aanvraag alsnog afgewezen.
  4. De aanvraag wordt in behandeling genomen, indien het verschuldigde bedrag is voldaan.
  5. Het ABSG deelt de aanvraag, conform de opgave van de aanvrager, in bij het gewenste specialisme en/of profiel binnen de Sociale Geneeskunde; bij aanvragen voor meerdere specialismen en/of profielen wordt de aanvraag (ter beoordeling t.b.v. meerdere specialismen) bij één van de drie specialismen ingedeeld.
  6. Uit de aanvraag moet blijken dat de deskundigheid bevorderende activiteit aan de volgende voorwaarden voldoet:
    a.) De activiteit is relevant voor de beroepspraktijk
    b.) De inhoud is toegesneden op de doelgroep
    c.) De door de beroepsgroep aanvaarde protocollen en richtlijnen zijn in de lesstof geïntegreerd
    d.) De aangegeven literatuur is relevant
    e.) De docenten zijn gekwalificeerd en deze kwalificatie is relevant voor de inhoud van de scholing
    f.) Een praktiserend specialist, behorend tot de doelgroep van de activiteit, maakt deel uit van de organisatie en de programmacommissie en is daadwerkelijk betrokken bij het bepalen van het leerdoel, de leerinhoud en de afstemming op de beroepspraktijk.
    g.) Er is een goede afstemming van leermiddelen en methodes op het leerdoel, de doelgroep en het aantal deelnemers. De individuele cursist moet bijvoorbeeld voldoende mogelijkheid krijgen tot oefenen van praktische vaardigheden en voldoende begeleiding krijgen.
    h.) De accommodatie is geschikt voor het type activiteit
    i.) De wijze van toetsing, inclusief de gehanteerde criteria is helder omschreven
  7. De accrediteur beoordeelt de juistheid van indeling in specialisme/profiel
  8. De accrediteur beoordeelt de activiteit op de in ‘ 6 ’ genoemde punten. Deze toetsing vindt plaats m.b.v. het beroepsprofiel, de eindtermen van het regulier onderwijs en het competentieprofiel. Eventueel kan een wetenschappelijke vereniging een eigen toetsingskader ontwikkelen
  9. De accrediteur stelt vervolgens volgens de methodiek 1 contactuur = 1 uur bij/nascholing het aantal uren vast. Niet volledige uren worden afgerond naar boven (bij een half uur of meer) of naar beneden.
    Het ABSG heeft besloten dat een scholing maximaal 6 uur per dag en bij een aaneengesloten meerdaagse scholing maximaal 24 uur oplevert.
    Het ABSG stelt een maximum aantal punten van 40 per scholingsactiviteit per jaar.
    Minimale lengte e-learningmodule naar 30 minuten
    Met ingang van 1 april 2019 is de kleinste didactische eenheid in e-learning aangepast van 45 minuten naar 30 minuten (dit is inclusief toets). De definitie van een half uur is: minimaal 30 minuten. Voor alle duidelijkheid: 1 uur is minimaal 60 minuten, 1,5 uur is minimaal 90 minuten etcetera.
    De accreditatie van e-learning wordt hiermee ook in halve uren toegekend en niet meer afgerond op hele uren.
  10. De accrediteur geeft aan of een audit van genoemde activiteit gewenst is.
  11. De accrediteur voert zo nodig m.b.t. de punten 6,7 en 8 overleg binnen zijn eigen accreditatiecommissie.
  12. Het ABSG verleent bij een volledige aanvraag en een positief advies van de accrediteur/accreditatiecommissie accreditatie aan de omschreven activiteit
  13. Het ABSG zorgt ervoor dat haar beslissingen voor aanvragers, sociaal geneeskundigen en andere belangstellenden toegankelijk zijn.
  14. De aanvrager voegt binnen 6 weken de presentie van de deelnemers die de activiteit volledig hebben gevolgd in Gaia toe.   Aan het ID-nummer is een vastgesteld aantal uren uit het accreditatie-besluit gekoppeld.
    Let op:
    De aanvrager verstrekt aan de deelnemer die aan een deel van de activiteit heeft  deelgenomen een ondertekend certificaat met daarop de naam en het BIG-nummer van de arts, het ID-nummer en de titel van de activiteit en het daadwerkelijk aantal uren van deelname. De deelnemer kan daarna dit certificaat zelf uploaden in zijn eigen “Mijn RGS”-dossier in GAIA onder stap 4 kopje “Deskundigheidsbevordering”.
    De aanvrager informeert de betrokken deelnemer over deze procedure.
  15. Een accreditatie heeft uitsluitend geldigheid voor de aangegeven activiteit op de aangegeven datum. De geldigheidsduur van accreditatie bedraagt 1 jaar.  (aanvragen uit 2012 kunnen nog doorlopen tot in 2015). Accreditatie voor e-learning heeft een geldigheidsduur van 2 jaar.

Vastgesteld op 30 mei 2015 door het  Bestuur Stichting ABSG. Laatste versie 2 november 2021.